Solliciteren

Nederland is maar een raar land.  Wij laten kennis en kunde gewoon de grens over lopen mét alle geïnvesteerde scholing.  Afgelopen vrijdag kreeg ik een noodkreet in mijn mailbox. Ik belde naar het opgegeven telefoonnummer en kreeg een jonge vrouw aan de telefoon. In het kort kwam het er hier op neer dat zij midden in een sollicitatieronde zat om de opleiding tot uroloog te kunnen gaan doen. De landelijke selectie was zij met vlag en wimpel doorgekomen. Het daarop volgende gesprek in Rotterdam, liep niet. Aan het einde van dat gesprek kreeg zij te horen dat zij ‘het achterste van haar tong niet liet zien, dat ze geen hoogte van haar konden krijgen en dat ze maar eens een training presenteren moest gaan volgen’. Paniek is misschien een groot woord maar dat het huilen haar nader stond dat het lachen was wel overduidelijk. Vastbesloten om het laatste gesprek in Nijmegen wél goed te doen, was Suzanne op Internet gaan surfen en bij mijn website uitgekomen.
We spraken af dat ik de dag erna, op zaterdagmiddag voor haar deur zou staan. En omdat ik vind dat je als trainer niet twee dingen tegelijkertijd kunt doen, nl. ergens in participeren en dat daarna dan beoordelen, vraag ik altijd een trainer of een acteur, al naar gelang de behoefte, om erbij te komen. Bij de sollicitatietrainingen werk ik samen met Caroline Beukman, onvolprezen acteur, trainer en wijze vrouw.

Het sollicitatiegesprek

Suzanne was reuze gespannen. Een jonge arts, een meisje bijna nog, met een dijk van een CV. Niet alleen had zij ervaring in diverse binnenlandse ziekenhuizen, zij had ook in Scandinavië en in Afrika gewerkt. Daarbij had zij haar promotieonderzoek nog niet zolang geleden afgerond. De eerste 2 uur werkten we intensief. Zonder aarzelen gooide zij al haar voorbereidde vragen en antwoorden, echt een hele stapel, in de prullenbak toen het haar duidelijk werd dat een sollicitatiegesprek niet een tentamen is waarbij je alle antwoorden moet opdreunen. Het simulatiesollicitatiegesprek dat zij vervolgens met Caroline voerde, die precies begreep waarmee Suzanne het beste geholpen zou zijn, liep als een trein. Hier zat een vrouw die wist wat ze waard was en die wist wat ze wilde. Het meisje had ze samen met de ‘tentamenvragen’ in de prullenbak gesmeten.
En dan is het maandag. Suzanne heeft haar gesprek om half 10 in Nijmegen. Vanuit Amsterdam is dat aardig vroeg op, maar, vertelde ze mij achteraf, ze had er zin in. Ze zag niet tegen het gesprek op maar zag de sollicitatie juist als de deur naar haar gedroomde toekomst. En het liep goed. Ze luisterde, ze keek, was ontspannen, voerde écht een gesprek.
En dan blijkt dat ze voor spek en bonen was uitgenodigd: “hoe spijtig, want zo’n fijn gesprek maar ja de beschikbare opleidingsplaatsen waren eigenlijk voor het sollicitatiegesprek met Suzanne al vergeven…, tja protocol, maar ze kwam dan wel op de lijst, ja dat wel.”
En dus laat Nederland een jonge gepromoveerde arts, zo de grens oversteken naar België. Want ja , dáár willen ze haar graag hebben. Uroloog zal zij worden. Deze jonge vrouw, die als kind naar een ‘doe je wens’ programma schreef met de hartstochtelijke wens een echt mens te mogen opereren. In België zal die droom dan eindelijk vervuld worden.

Ruis

Ruis op de radio en van de televisie kennen we. Als we ondanks die ruis toch het verhaal willen zien en horen zullen wij mensen, onze zintuigen op scherp zetten. En dan pikken we nog heel veel op. Maar duurt die ruis te lang dan word je moe en haak je af. Ruis op het presentatiepodium kan aan de presentator liggen, maar ook aan de zaal, de omstandigheden, de attributen, de technische hulpmiddelen als pc, beamer, het licht, het geluid, de indeling van de ruimte. Noem maar op.  Ben je ervan bewust dat zaken die niets toevoegen aan je verhaal het publiek afleiden. Dus als jij op een podium staat en de PowerPoint projectie van de vorige spreker hangt nog levensgroot achter je, dan maak je het jezelf onnodig moeilijk. Een rommelig podium, een schreeuwende niet ter zake doende achtergrond, slechte belichting waardoor je niet goed te zien bent of zelfs in het donker staat, een enorme eikenhouten katheder waarachter je kennelijk geacht wordt te gaan staan en waarbij de helft van je lichaam of nog erger, alleen je hoofd zichtbaar is (dat heb ik een keer mogen aanschouwen, ach arme man), zijn allemaal signalen die je publiek oppakt: Ruis, alles wat jou en je publiek afleidt van je boodschap. Zorg er dus voor, ja open deur, dat je zoveel mogelijk ruis verwijdert. Zorg dat je alleen die attributen op het podium hebt die je daadwerkelijk gebruikt. En dat je de technische hulpmiddelen van te voren getest hebt, is evident. Zorg ervoor dat je goed in het licht staat, óók als je een PowerPoint presentatie geeft. Stel je voor dat de zaal helemaal donker is en het licht van de PowerPoint trekt alle aandacht en ogen naar zich toe. En dan ergens van opzij, komt er uit het halfdonker een stem die de plaatjes van een toelichting voorziet. Degenen die op rij 3 zitten zijn al afgehaakt: luisteren in combinatie met liplezen is er niet bij. Veel te vermoeiend, dus…

Spreken achter een katheder

Zorg dat je goed te zien en te horen bent. Dus weg met dat monsterlijke katheder. Heb je er tevoren een stem in en wil je toch graag een soort tafel waarachter je kunt staan, er bestaan prachtige katheders van bijvoorbeeld plexiglas, of een  minimale slanke poot, waarbij je nog helemaal te zien bent. Liever zonder: laat ‘t ding voor wat het is, ga voor je publiek staan en maak contact met je publiek. Het lijkt eng. Je hebt niets waarachter je je kunt verschuilen of waar je je aan vast kunt houden, maar geloof me je maakt het jezelf uiteindelijk makkelijker. Tot zover de ruis die je van te voren kunt tackelen.

Contact met je publiek en open communicatie

Wat te doen met ruis op het podium tijdens je presentatie? Door contact te maken met je publiek, door aandacht te geven, krijg je vanzelf aandacht terug. De beste communicatoren laten zichzelf zien, zijn geïnteresseerd in de ander en registreren tegelijkertijd óf hun boodschap en hóe hun boodschap overkomt En loop je tijdens je presentatie tegen bepaalde ruis aan, bijvoorbeeld een stoel die in de weg staat, een flipover die teveel centraal staat: zet t gewoon weg. Merk je dat je toch met een pen aan het spelen bent, je trouwring 10 x omdraait, je haren naar achteren gooit: er is maar een oplossing: ermee stoppen. Leg die pen weg, houd op met parasietbewegingen. Zodra jij je verschuilt, zul je vanuit je schuilplaats je publiek moeten overtuigen van je boodschap. En dan maak je het jezelf onnodig moeilijk. Het is echt vele malen simpeler om in een open communicatie je boodschap te  vertellen dan wanneer je bewust of onbewust iets achter houdt. Bedenk zelf maar eens hoeveel simpeler het is als je in een open communicatie je boodschap vertelt.

Wat doe ik met mijn handen

‘Help. Ik weet echt niet waar ik mijn handen moet laten.’ Nou kijk daar kan ik kort over zijn: gewoon aan je armen laten hangen.  Tijdens de trainingen komen medecursisten vaak met tips en ‘oplossingen’. Geleerd op trainingen presentatietechnieken: ‘Je moet je handen voor je buik houden, losjes tegen elkaar aan’. Of (nog erger): ‘je moet iets in je handen nemen, ik heb altijd een pen of mijn papieren’, en weer een ander weet dat het vastpakken van de katheder, of een stoel voor je een prima manier is om ‘je handen ergens te laten’. Gruwelijk. Waarom zou je je  bezig houden met zoiets triviaals als je handen? Die heb je (als t goed is) en die zijn er gewoon. Je kunt je handen in je broekzak stoppen, op je rug houden (de missionarishouding), in je zij steken. En nog tal van mogelijkheden.  Je kunt bewegen, en dat is fijn! Ik neem aan dat je in het dagelijks leven ook niet bezig bent met je handen. Waarom zou je t dan nu wel doen?
Elke gedachte daaraan is een verspilde gedachte. Elke gedachte daaraan leidt jou af van wat je zou moeten doen: je boodschap overbrengen. Als jij bezig bent met je handen, je haar, je oorbellen of iets dergelijks dan ben jijin ieder geval niet bezig met wat je wél zou moeten doen: het overbrengen van je verhaal. En waarom zou je publiek zich dan bezig houden met jouw verhaal?

Je non verbale communicatie liegt niet

Elk publiek heeft haarfijn in de gaten wanneer jij je laat afleiden. Je non verbale communicatie liegt niet. En ook al doe je je best om dat te verbloemen: je publiek heeft t al opgepikt. Natuurlijk, men luistert beleefd verder maar ergens weet t publiek dat er ‘iets’ niet klopt. Ben jij te vertrouwen? Ben jij geloofwaardig? Je hebt t zelf in de ‘hand’.

Durf echt contact te maken

Bij je mentale voorbereiding voor een presentatie hoort ook dat je een plaatje van jezelf voor je ziet. Je slungelige benen, je net iets te dikke buik, het litteken op je kin. Kleed je zo goed en voordelig mogelijk. Vraag desnoods advies (Imagomatch, Zabeth van Veen bijvoorbeeld) én accepteer wat je in de spiegel ziet. Dit ben jij en jij bent gevraagd om als deskundige op te treden voor een bepaald publiek. (En hopelijk niet omdat je er ‘zo lief’ uitziet.) ‘Het derde oog’, die mag je in je voorbereiding mee laten wegen maar du moment dat je oog in oog staat met je publiek gaat t er om dat je door echt contact te maken, in een wederzijdse verbale en non verbale communicatie, je boodschap overbrengt.

En ja wat te doen met die handen?

Ga uit van een basispositie. Sta recht voor je publiek, zorg dat je in balans staat, je gewicht verdeeld over beide benen, schouders laag, benen iets van elkaar en stevig ‘gegrond’, buikademhaling. Kijk je publiek aan en ‘ontvang’ je publiek: Kijk en laat kijken. Maak echt contact. En wat doe je met je handen? Als je het fijn vindt om te starten met je handen voor je: doe dat dan. Als je het lef hebt om ze gewoon te laten hangen: dit levert je veel op. Nl : je bent helemaal te zien, er is geen ruis tussen jou en je publiek. Probeer het maar eens uit, durf te oefenen.  Je begint met deze basispositie én je past deze tijdens je presentatie toe wanneer het belangrijk is dat je publiek ervan overtuigd moet worden dat er niets tussen jou en je publiek staat. En verder mag je met je handen doen wat je wilt, zelfs in je broekzak stoppen. Maar denk eraan: varieer. Alléén maar met je armen over elkaar of je handen in je broekzak, dat kan storend werken. Bedenk dat de mooiste ‘ontvangende’ houding, de houding is waarbij er geen ruis is, er niets tussen jou en je publiek staat.

Elke performance begint met stilte…

Zo luidde nog niet zo lang geleden de titel van het programma dat ik schreef naar aanleiding van een op maat gecomponeerde training.

Hoe trek je de aandacht?

Hoe te beginnen? Dat is een vraag die mij regelmatig gesteld wordt als er een presentatie gehouden moet worden. Dan is mijn antwoord: Elke performance begint met stilte…. Denk maar eens aan een theatervoorstelling. Geroezemoes in de zaal, de zaallichten zijn aan, mensen zoeken hun plaats. Als op dat moment een voorstelling zou beginnen dan zou je als toeschouwer het begin van de voorstelling missen. Voordat je van start kunt gaan zul je de aandacht van je publiek moeten trekken. Dat betekent dat jijzelf het podium moet ‘pakken’. Maar hoe, hoe, hoe? Allereerst: Zorg dat er geen ‘ruis’ is tussen jou en je publiek. Er zijn een aantal dingen waar je van te voren rekening mee kunt houden. Hoe is de zaal ingedeeld, waar is je publiek en waar ben jij? Of het nu een grote zaal betreft met een podium en een katheder of een kleine huiskamer en een publiek van 20 man: Bedenk van te voren waar je gaat staan, ziet iedereen je op die plek? Heb je ruimte om te bewegen? Hoe valt het licht? Ben je van top tot teen te zien? En te horen? (geluid getest?) Kun je hierop positief antwoorden dan heb je al de eerste mogelijke obstakels getackeld.

Bereid je ook mentaal voor

En dan: elke performance begint met stilte. Als je die stilte in jezelf durft op te zoeken voordat je het podium inneemt, heb je ook weer een stap genomen. Er zal heus wel een acteur te vinden zijn die er een gewoonte van maakt zo vanuit de waan van de dag het toneelpodium op te rollen. Normaal gesproken zal de acteur zich mentaal voorbereiden, zijn spieren losmaken en stemoefeningen doen. Wat is er op tegen om gekke bekken te trekken op de wc, te jodelen in de auto en je een voorstelling te maken van de zaal en het publiek waar je zo dadelijk moet gaan performen? Een mentale voorbereiding helpt je om je ‘publiek te pakken’, je podium te nemen en jezelf neer te zetten op dat podium.

Spanning en ontspanning bij het presenteren

Elke performance begint met stilte… het is zover. Zo dadelijk sta je in de schijnwerpers en is het geheel aan jou. Aan jouw verhaal, aan jouw performance. Bedenk dat alles wat er op het podium gebeurt, gezien wordt. (En lees voor ‘podium’ ook de voor de presentatie gereserveerde ruimte.) Dus nog even je jasje rechttrekken, aan je neus friemelen… doe dat vooral op een plek waar je niét gezien wordt. Jij bent aan de beurt. Zorg dat je zo ontspannen mogelijk bent. Dat doe je niet door diep in te ademen. Nee ADEM UIT. Loop naar je podiumplek, kijk je publiek aan en adem uit. Sta stil.  Kijk je publiek aan. Maak contact. Kijk naar de mensen voor je. Adem uit. Adem uit en adem uit. (Je hebt veel meer lucht in je longen dan je voor mogelijk houdt.) De eerste zin. Je stem is laag, je stem is rustig. Gewoon omdat je geen spanning op je stembanden hebt, omdat je hebt uitgeademd. Probeer t maar eens. Je zal zien dat je stem ontspannen is, je wenkbrauwen niet opgetrokken en je schouders laag.  En weet je wat mooi meegenomen is? Deze techniek kun je altijd toepassen, in een vergadering, in een gesprek met je puberzoon, in een slecht nieuwsgesprek met je cliënt of werknemer. Door zelf dat moment van rust te pakken en tegelijkertijd contact te maken met de ander geef je de ander het gevoel dat er ruimte is voor het verhaal van de ander. Die mag er zijn, daar is aandacht voor. En willen we dat niet allemaal? Aandacht krijgen? Gezien en gehoord worden?